Binnen ons bedrijf verandert veel. Nieuwe werkwijzen, andere verwachtingen, frisse instroom van collega’s. Te midden van al die beweging is voor Tineke Lissenburg, adviseur Kwaliteit, Arbo en Milieu, het goede gesprek een cruciaal element. Ze vertelt hoe groot de invloed is van iets ogenschijnlijk eenvoudigs: het gesprek dat collega’s met elkaar voeren.
Het gesprek dat wel plaatsvindt maar niet altijd werkt
Volgens Tineke zitten we midden in een periode waarin veel wordt gevraagd van teams, teamleiders en nieuwe collega’s. En juist in die drukte gaat er soms iets mis in de communicatie. ‘Ik heb zelf meegemaakt dat in het verleden mijn leidinggevende vond dat ik moest ontwikkelen. Die bedoelde het goed, maar vroeg nooit wat dat voor mij betekende. Dat het mij uiteindelijk verstikte had die niet eens door.’ Het laat zien hoe snel een gesprek zijn bedoeling kan verliezen. Niet door onwil, maar doordat iemand denkt te begrijpen wat er speelt, zonder het te checken.
‘Het is niet één keer zitten, iets afvinken en klaar.’
Een goed gesprek is geen checklist
Binnen het bedrijf en in alle veranderingen is volgens Tineke een ding essentieel: het goede gesprek. Maar wat is dat dan precies? Tineke benoemt vooral dat het geen geforceerd moment moet worden. ‘Het is niet één keer zitten, iets afvinken en klaar. Het is voortdurend blijven vragen: begrijpen we elkaar nog? Ziet de ander wat ik zie? Voelt iemand zich gesteund of juist onder druk gezet?’ Volgens haar lukt dit pas als er oprechte aandacht is. En als iemand het gevoel heeft dat hij veilig kan aangeven wanneer iets niet lukt. Daar gaat het nu nog geregeld mis.
Tijd vrijmaken en het lef om te zeggen dat iets niet goed loopt
Een terugkerend punt in het gesprek is dat goede communicatie tijd kost. Die tijd is er niet altijd, of mensen voelen zich opgejaagd. ‘We moeten ook leren een gesprek te voeren dat niet leuk of gezellig is. Die horen er ook bij. Deze gesprekken zijn het moeilijkst!’ Ook staf, werkleiders en coördinatoren hebben daar ondersteuning bij nodig. Niet iedereen voelt zich zeker genoeg om een lastige situatie goed te begeleiden. ‘Zij moeten nieuwe dingen doen, hebben nieuwe taken en verantwoordelijkheden en moeten daarvoor nog nieuwe vaardigheden ontwikkelen. En daarover moet het gesprek óók gaan.’
‘Als nieuwe kandidaten kunnen zeggen: ik voelde me echt gesteund.'
Wat hopen we over een jaar bereikt te hebben?
Tineke denkt even na wanneer ik haar vraag waar ze persoonlijk trots op zou zijn. ‘Als nieuwe kandidaten kunnen zeggen: ik voelde me echt gesteund. Dat we het verschil hebben gemaakt. Dat zou ik mooi vinden.’ Ze noemt geen harde KPI’s, maar wel een richting: een groot deel van de mensen zou moeten ervaren dat de begeleiding hen verder heeft geholpen. Niet omdat ze een enquête invullen — die worden volgens haar toch nauwelijks teruggestuurd — maar omdat in het afsluitende gesprek helder wordt wat iemand heeft gehad aan het traject.
Wat kan er nog misgaan?
Verandering vraagt om initiatief, verantwoordelijkheid en soms om ongemakkelijke keuzes. Het is dus ook logisch dat er risico’s zijn. ‘De werkleiders en coördinatoren, onze spinnen in het web, hebben een sleutelpositie. Zij moeten veel balanceren en soms bijna opnieuw leren hoe ze hun rol vormgeven. Als zij het gevoel hebben dat ze nergens terecht kunnen met vragen, valt het proces stil. Nieuwe medewerkers lopen daar extra tegenaan: het is belangrijk dat zij weten bij wie ze moeten zijn.'
De uitdaging voor ons allemaal
‘Voor groei is goede grond, aandacht, voldoende licht, warmte en voeding nodig.'
Het gesprek met Tineke laat zien dat het niet gaat om grote beleidsstukken of ingewikkelde systemen. De kern ligt bij aandacht. Bij vragen durven stellen, bij controleren of je elkaar goed begrijpt, en bij hulp zoeken wanneer dat nodig is. ‘We hoeven niet de perfecte versie van onszelf te zijn. Maar we moeten wel willen leren. Dat begint bij het goede gesprek, en bij weten wanneer het echt goed geweest is.’ Een belangrijke focus van Tineke is Sociale Veiligheid. Daar zet ze zich voor in en ze vertelt ook dat een mens pas kan groeien als de omgeving daar veilig genoeg voor is. Ze gebruikt de beeldspraak die past bij haar groene achtergrond: voor groei is goede grond, aandacht, voldoende licht, warmte en voeding nodig. Dan kan iemand opbloeien, het goede gesprek is daar belangrijk in.
Wat we nu al kunnen doen
Tineke ziet dat veel collega’s graag willen, maar soms nog zoeken naar het hoe. Volgens haar helpt het wanneer we:
- tijd maken voor echte gesprekken
- beter leren herkennen wanneer iemand over z’n grens gaat
- steun vragen als we zelf vastlopen
- duidelijker zijn over verwachtingen
En vooral: niet vergeten dat mensen pas kunnen groeien als ze zich veilig voelen.
‘We hoeven niet feilloos te zijn. Wel bereid om te leren. En dat begint bij een werkomgeving waarin iemand durft te zeggen wat er speelt.’